Bij de ICT-therapie wordt insuline minimaal vier keer per dag geïnjecteerd met behulp van een insulinepen. De pennaalden zijn flinterdun, de injectie is dan ook nauwelijks voelbaar. Insulinepentherapie
Pennaalden zijn verkrijgbaar in vijf verschillende lengten. Maar welke lengte is voor u de juiste? Wij vertellen u hoe u de juiste naaldlengte bepaalt. De juiste naaldlengten
Bijna iedere diabetespatiënt heeft ze wel: lievelingsplekken voor de injectie van de insuline, waar de injectie bijna niet te voelen is. Maar dergelijke lievelingsplekken geven vaak veel problemen. Injectieplaatsen
In een hoek van 90° of 45°? Met of zonder huidplooi? Voor het injecteren van de insuline in het onderhuidse vetweefsel zijn er verschillende injectietechnieken. Injectietechnieken
Moderne pennaalden zijn van de hoogste kwaliteit. Ze zijn extreem dun en scherp en voorzien van een glijlaagje. Dit zorgt voor een vrijwel pijnloze en comfortabele injectie – maar slechts één keer! Eenmalig gebruik pennaalden
Het is vooral belangrijk om te weten dat injecties in weefselverhardingen hun weerslag hebben op de diabetestherapie. In deze gebieden is de opname van insuline bemoeilijkt, waardoor het effect van de insuline moeilijk in te schatten is. Verharding van weefsels (lipohypertrofie)